ED: Gerwense carnaval is te lezen in de sterren

Het Eindhovens Dagblad was gisteravond aanwezig tijdens onze eerste Zwamavond. Er verscheen net een mooi stuk erover op de website van het ED!

GERWEN – De stemming zit er bij aankomst al goed in. De zaal stampvol, de boel goed opgewarmd door blaaskapel ’t Eenoodje en dames aan de kassa die vragen of ze ook in het de krant mogen. De jeugdige dansmariekes, gehuld in frisse nieuwe pakjes, trappen af en hun optreden is een voorbode van de rest van de avond. Druk, licht chaotisch en dus grappig, maar vooral erg leuk om naar te kijken.

De vier tonpraters worden afgewisseld met acts, muziek en dans. Van de vier is ‘Dik’ die vertelt wat hij nog allemaal op zijn bucketlist (een lijst met dingen die je wil doen voor je dood, red.) heeft staan, de leukste. Zijn opa’s zijn daarbij zijn inspiratie waarna hij uitgebreid uit de doeken doet hoe ze aan hun einde zijn gekomen. Dat duurt even want hij had er wel een stuk of tien.

Lokaal talent komt zoals altijd uit de act van de Gouwe Ouwe. Rode draad van de act is ‘Astro TV’ met komisch talent Jeroen Knoben in de hoofdrol als Jelano. Hij wordt gebeld door de (jeugd)prins, (jeugd)adjudanten en andere bekende Gerwenaren voor wie hij allen een kaart trekt om daarin het probleem te ‘zien’ dat de bellers net daarvoor opbiechtten. Erg grappige kaarten trouwens: De spruit met de feestslingers of De hond met het slabbetje, mooi te zien op groot scherm.

Verrassing voor de prins
Tussendoor zijn er korte sketchjes. Bij de twee heren in balletpakje en blonde pruik wordt het hardst gelachen. Zij rollen een ‘opgeblazen gevoel’ (een rode opblaasbal) tussen armen, buiken, achter hun ruggen en zelfs onder hun benen door. Bij een Oosterse act is het vooral de kameel die af en toe voorbij loopt die voor veel hilariteit zorgt. Dochter Lynn van Prins Consilium zorgt voor een ontroerend moment. Zij voert in haar uppie een wervelende dans uit om haar vader te verrassen. En dat lukt. Het publiek smult en geeft haar een erehaag als ze van het podium gaat.

Miriam van den Nieuwenhof, Bron: ED